Na verloop van tijd begon zijn kunstzinnige aanleg hem toch parten te spelen en na lang nadenken is hij op 18-jarige leeftijd (1922) het huis uitgegaan om zijn droom waar te maken. Hij bleef in de Jordaan bij een familie inwonen en naderhand verhuisde hij met deze familie naar Amsterdam-West. Op 22-jarige leeftijd (1926) trok hij in bij een andere familie in de Frederik Hendrikstraat, ook in West. Zijn huisbaas had in dit pand een lijstenwinkel. Na de dood van de eigenaar zette de zoon de zaak voort samen met Han. Later opende Han nog een winkel in de J.P.Heyestraat. De discipline die je met een winkel moet hebben was echter niets voor hem en hij paste de openingstijden van de winkel dan ook aan. Hij was volop aan het schilderen en zijn werk werd voorzien van een lijst en in de etalage tentoongesteld en zo nu en dan verkocht. Zo voorzag hij in zijn onderhoud.
Toen hij begin 1933 zijn vrouw leerde kennen besloot hij terug te keren naar zijn ouderlijk huis in de Anjelierstraat in de Jordaan. Er werd een opheffings-uitverkoop aangekondigd op de etalageruit van de winkel in de J.P.Heyestraat. Wellicht vanwege laksheid had hij zijn prijzen nog niet verlaagd. Er werd heel goed verkocht tegen de oorspronkelijke prijzen, dus dat noemde men toen op zijn Amsterdams mazzel.
Hierna huurde hij op de Lauriergracht een atelierruimte om te schilderen en geld te verdienen want hij had de vrouw van zijn leven gevonden. Maar hij had wel wat merkwaardige opvattingen. Nadat zij elkaar al enkele maanden kenden nam hij zijn vriendin begin april mee naar de Baarsjesweg in Amsterdam waar hij een zogenaamd onderstuk had gehuurd. Hij wilde zijn vriendin iets laten zien. Hij opende de ruimte en onder een zeildoek kwam een prachtige auto, een Amerikaanse Studebaker tevoorschijn. Hij had er nooit iets over vermeld tegen zijn vriendin en zij was vanzelfsprekend uiterst verbaasd. In die tijd had praktisch niemand een auto en zeker geen cabriolet. Zijn auto werd in de winter niet gebruikt. Zijn vriendin wist absoluut niet wat haar overkwam. Net zoals Han kwam zij uit de arbeidersklasse.
Tijdens hun verlovingstijd nam hij haar een keer mee naar de bioscoop. Eenmaal gezeten ontdekte zij dat hij zijn schildersbroek met verfvlekken nog aan had. Toen zij daar een opmerking over maakte, zei hij dat hij dat met opzet had gedaan. Als je echt van me houdt, dan kan je dat niet schelen was zijn commentaar. Het huwelijk werd door familie-omstandigheden bij het meisje thuis snel voltrokken en het paar vond een heel kleine woonruimte in de Westerstraat, wederom in de Jordaan. Korte tijd later verhuisde het paar naar Amsterdam-West.